Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Wet uitkeringen burger-oorlogsslachtoffers 1940-1945

 

Artikel 2
1
Voor de toepassing van het bij of krachtens deze wet bepaalde wordt onder burger-oorlogsslachtoffer verstaan:
a
degene, die tijdens de oorlogsjaren 1940-1945 als burger lichamelijk of psychisch letsel heeft opgelopen bij met de krijgsverrichtingen direct verbonden handelingen of omstandigheden, ten gevolge van welk letsel hij blijvend invalide is geworden of is overleden;
b
degene, die tijdens de oorlogsjaren 1940-1945 als burger lichamelijk of psychisch letsel heeft opgelopen door of in verband met handelingen of maatregelen welke door of namens de vijandelijke bezettende machten tegen hem werden gericht, ten gevolge van welk letsel hij blijvend invalide is geworden of is overleden;
c
degene, die tijdens de oorlogsjaren 1940-1945 als burger lichamelijk letsel heeft opgelopen bij handelingen, welke door of namens de vijandelijke bezettende machten werden gericht tegen derden, ten gevolge van welk letsel hij blijvend invalide is geworden of is overleden;
d
degene, die tijdens de oorlogsjaren 1940-1945 als burger op jeugdige leeftijd psychisch letsel heeft opgelopen door de confrontatie met doodslag, executie of zware mishandeling van derden, door of namens de vijandelijke bezettende macht, ten gevolge van welk letsel hij blijvend invalide is geworden;
e
degene, die in de na-oorlogse jaren als burger lichamelijk letsel heeft opgelopen bij het ontploffen van munitie of ander oorlogstuig afkomstig uit de oorlogsjaren 1940-1945, ten gevolge van welk letsel hij blijvend invalide is geworden of is overleden, tenzij het letsel is te wijten aan onvoorzichtigheid van de betrokkene;
f
degene, die in de na-oorlogse jaren in het voormalige Nederlands-Indiƫ als burger lichamelijk of psychisch letsel heeft opgelopen bij ongeregeldheden die zich nauw aansluitend aan de oorlog tot 27 december 1949 aldaar hebben voorgedaan en die naar aard en gevolgen vergelijkbaar zijn met de omstandigheden bedoeld onder a, b, c of d, ten gevolge van welk letsel hij blijvend invalide is geworden of is overleden.
2
Indien het letsel, bedoeld in het eerste lid, niet duidelijk door andere oorzaken dan het oorlogsgeweld als bedoeld in het eerste lid is ontstaan, wordt dit geacht zijn oorzaak te hebben in het oorlogsgeweld, dan wel in omstandigheden daarmee verband houdende. Daarbij wordt rekening gehouden met de inzichten en ervaringen van de medische wetenschap met betrekking tot de relatie tussen het oorlogsgeweld en de geestelijke en lichamelijke gezondheidstoestand.


Jurisprudentie bij dit artikel

  • Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.

  • Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.
  •